Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Stephen Hawking: ‘Geen leven na de dood, geen hemel’

De verhalen over een hemel of leven na de dood zijn louter sprookjes voor mensen die bang zijn om te sterven. Er is helemaal niets na de dood.’ De kosmoloog en natuurkundige Stephen Hawking laat in een interview met The Guardian opnieuw van zich horen.

En als Hawking spreekt, luistert de wereld.

De vooraanstaande Britse wetenschapper Stephen Hawking heeft in een interview met The Guardian gezegd dat er niets meer is als het lichaam stopt met werken. Geen hemel, geen leven na de dood. De verhalen en theorieën daarover doet hij af als ‘sprookjes voor al wie bang is voor de dood’.

‘Ik beschouw de hersenen als een computer. Die stopt ook met werken als een van zijn onderdelen stuk is. En er is evenmin een leven na de dood voor kapotte computers, wat angstige mensen mogen beweren’, zegt hij.

Hawkings opmerkingen bouwen voort op de stellingen in zijn jongste boek The Grand Design (2010), maar hebben een sterkere antireligieuze connotatie. In het boek beweert hij dat er geen nood is aan een schepper om het bestaan van het universum te verklaren. Dat werk belandde intussen op de figuurlijke brandstapel van menig religieus leider. De rabbijn Lord Sacks noemt de uitspraak ‘een dwaling die indruist tegen elke vorm van logica’.

Hawking benadrukt wel dat dit geen schaduw over onze levens hoeft te werpen. ‘We moeten ons potentieel op deze aarde goed benutten. We moeten ervoor zorgen dat elke handeling die we stellen een grote inherente waarde heeft.’

Toen Hawking 21 was, werd bij hem een neurologische aandoening (amyotrofische laterale sclerose, red.) vastgesteld. Al snel belandde hij in een rolstoel en enkel jaren later verloor hij ook zijn spraak. Sindsdien kan hij enkel nog communiceren via een spraakcomputer. ‘Ik leef al 49 jaar met het vooruitzicht van een vroegtijdig overlijden. Ik ben niet bang voor de dood, maar ik heb evenmin haast om te sterven. Er is nog zoveel dat ik wil doen’, vertelt hij.

Hawking heeft het in het interview voorts over zijn zoektocht naar een geünificeerde theorie, de zogenaamde ‘theorie van het alles’, en het belang van de M-theorie (een natuurkundig kader dat de snaartheorie incorporeert en elf dimensies impliceert, red.) daarbij.

 (belga)

Deel dit artikel